Omdat ik, net als veel anderen, opeens het meest van de tijd in digitale groepen zit, ben ik op zoek gegaan naar de groepsdynamiek in digitale groepen.
Ik heb er weinig over gevonden, dus heb ik zelf verkend hoe je de groepsdynamiek in je digigroep kunt bewaken en beïnvloeden. Daarnaast is deze maand de 2e druk van mijn boek over groepsdynamica uitgekomen, dus viel een en ander mooi samen.
De groep opstarten (de inclusiefase: hoort iedereen erbij?)
‘Hallo, zien (en horen) jullie mij?’ Veel van deze zinnen worden uitgesproken bij de opstart van een digitale groep. Meer dan ooit is verbondenheid belangrijk. Zonder verbondenheid kun je letterlijk niet meedoen aan de bezigheden van de groep. In de digitale groep is iedereen ‘zien’ buitengewoon belangrijk. Kennismaken met elkaar dient dus niet te worden overgeslagen. In een groepschat kun je iedereen persoonlijk even aanspreken. Geef hints wat er wel en niet wordt besproken in de voorstelronde.
Het is best lastig om de (digitale) tool (bijvoorbeeld Skype) te hanteren, je tegelijkertijd op de inhoud te richten en ook nog je groepsleden te bekijken. Vraag bij grotere groepen hulp van een maatje die het technische proces bewaakt. Soms kan de verbinding met de groep opeens wegvallen. Het is dan handig om naast de communicatie via het beeld, ook nog een andere communicatieweg ter beschikking te hebben staan, bijvoorbeeld via de mail op de telefoon.
Om te bepalen of iedereen ‘erbij hoort’ of wil horen, is het belangrijk om, net als in live groepen, de normen en waarden neer te zetten. Geef duidelijk aan hoe je zichtbaar maakt dat je iets wilt zeggen, bijvoorbeeld door je hand op te steken. Wil je dat er slechts een tegelijk spreekt, maak dan gebruik van muten/unmuten. Spreek degene aan die het woord kan nemen en unmute deze (of laat het doen door je maatje).
Zelf probeer ik altijd voor de bijeenkomst een kort contact te hebben door even een mailtje te sturen met enkele verwachtingen. Zo is er al een eerste verbinding. Ik check ook of er ‘angst’ is bij mensen om digitale middelen te gebruiken. Niet iedereen voelt zich comfortabel bij digitaal communiceren. Het kan onprettig zijn om jezelf steeds op het scherm te zien.
Regels geven duidelijkheid en veiligheid (Bekker, 2020). Benoem hierin ook wat je kan doen als de verbinding plotseling wordt verbroken. Veiligheid kun je vergroten door bijvoorbeeld aan te geven dat gesprekken niet worden opgenomen, of dat er geen derden meekijken. Daarnaast is het goed om aan te geven of er bijvoorbeeld gegeten en gedronken kan worden in de groep. Een appeltje eten voor de camera kan veel geluidsoverlast geven. Hoe meer duidelijkheid, hoe veiliger men zich voelt.
De groep komt in beweging (de controlefase: wie heeft er invloed)
Als de groep langer bijeen is, of de groep is meerdere sessies bijeen, kan ook binnen digigroepen de strijd om de ‘macht’ ontstaan. De groepsleider laveert dan tussen leiden en aansluiten, door soms samen te vatten, en anderzijds feedback op het proces te geven. Ook neemt de ene persoon meer het woord dan de ander. Zorg ervoor dat elke deelnemer voldoende spreektijd krijgt, en nodig expliciet deelnemers uit die je al een tijdje minder hebt gehoord. Het is belangrijk dat je iedereen letterlijk in beeld hebt, bijvoorbeeld omdat ze hun handopsteken om wat te zeggen.
Doordat je letterlijk in iemands werkplek kijkt, krijg je ook zicht op wat er in iemands (werk)ruimte zichtbaar is, hetgeen afleidend kan zijn. Vraag deelnemers eventueel vooraf hun achtergrond te checken. Bij sommige digitale programma’s kun je een fake achtergrond instellen. Zorg er als groepsleider voor dat iedereen bijblijft. Ook hier geldt weer dat structuur helpt. Door het eerdergenoemde maatje in te zetten bij het regelen van de spreektijd, kan iedereen zich focussen op de inhoud. Mild zijn voor jezelf als digitale groepsleider is helpend, zeker als je dit als groepsbegeleider niet vaak hebt gedaan.
- Verbreken van de verbinding
Bij de groep horen is een belangrijke basisbehoefte van mensen. Het geeft ons zelfvertrouwen en een gevoel van eigenwaarde als we bij een groep horen (Bekker, 2020). Wanneer een groepslid zich niet coöperatief opstelt in een groep, kan men besluiten dat deze persoon niet meer welkom is. Ook kunnen mensen besluiten om zichzelf af te melden uit de groep. In beide gevallen is er uitsluiting. Je niet meer welkom voelen in een (digi)groep, of er zelfs uit verwijderd worden, roept negatieve gevoelens op en geeft eenzelfde activatie in de hersenen als fysieke pijn (Bekker, 2020)
- Leiderschap
Het kan gebeuren dat de groep het leiderschap van de groepsbegeleider niet erkent. Goed leiderschap wordt in digitale sessies soms ook gekoppeld aan goed kunnen omgaan met de digitale middelen, terwijl dit natuurlijk niet zo hoeft te zijn. In de huidige tijd is eenieder onder grote druk gezet om digitaal te werken. Onkunde met de apparatuur kan dus bijdragen aan de beeldvorming van de groepsbegeleider. Zelfhandicappen (jezelf vooraf slechter voordoen dan je bent over je digitale vaardigheden) kan ertoe leiden dat je deelnemers je een foutje vergeven. Zorg bij lange sessies voor voldoende pauzes zodat je gefocust blijft.
De verbinding tussen de groepsleden (de affectiefase)
Deelnemers in digitale groepen kunnen bondjes vormen. Het is handig om bij de introductie al te vragen wie elkaar kent, en waarvan. Als je meer uitwisseling tussen groepsleden onderling wilt, kun je tijdens de groepssessies mensen in subgroepjes plaatsen. Denk dan van tevoren na over de wijze waarop je dit wilt doen. Check of de digitale tool die je hiervoor gebruikt, geschikt is en verdiep je in hoeveel tijd het kost om deze groepjes te maken.
- Meeliften en groepsdenken
In digitale groepen is ook sprake van meeliften en bestaat het gevaar voor groepsdenken. Groepsleden liften minder mee op elkaar als zij inzien dat iedereen een duidelijke inbreng heeft, en er een gemeenschapsgevoel is om iets moois neer te zetten. Waardeer de inbreng van eenieder door feedback verbaal te geven. Het non-verbale aspect en de lichaamstaal zijn digitaal lastig te interpreteren.
-
Beslissingen
Als er digitale besluiten genomen moeten worden, kan het goed zijn om ieders beslissing ook op schrift te ontvangen. Omdat je de deelnemers minder kunt ‘lezen’, kun je minder goed empathische feedback geven zoals: ‘Liesbeth, ik zie dat jij je niet prettig voelt bij deze beslissing, hoe zit dat?’ Het gevaar op groepsdenken wordt versterkt als besluiten onder tijdsdruk (bijvoorbeeld als de digitale meeting kort duurt) worden genomen. Kondig al voor de meeting aan dat er een besluit genomen gaat worden, en geef ook eventueel aan dat er ook na de meeting nog ideeën ingestuurd kunnen worden. Op die manier kunnen deelnemers nog met mensen buiten de groep overleggen als zij dat prettig vinden.
De groep gaat uit elkaar
Na een of meerdere sessies gaat de groep weer uit elkaar. Stel vragen die je ook bij een live groep stelt: ‘Heeft iemand nog een vraag’, ‘Zijn er nog issues die verder uitgewerkt gaan worden’, ‘Wie pakt wat op?’ Omdat een groep digitaal snel ontbonden wordt, is er geen gelegenheid om nog even na te praten, zoals soms bij een koffie- of lunchpauze. Mogelijk kun je de tool nog even open laten staan, als je dat wenst. Belangrijk is ook om te onderzoeken of je daar zelf wel of niet bij wil zijn. Wellicht wil je deelnemers nog wat ruimte geven. In open groepen stimuleer ik deelnemers vooral om contact te zoeken met deelnemers die ze vaker zouden willen spreken. Bedank ook nu weer alle deelnemers voor hun inzet en betrokkenheid, en spreek een klein afscheidsritueel af door bijvoorbeeld even naar elkaar te zwaaien of de duim op te steken.
Ik wens jullie veel mooie groepssessies toe, maar hoop toch vooral dat we elkaar weer spoedig live kunnen ontmoeten.
Literatuur
Bekker, M.E. (2020). Groepsdynamica: Werken in en met groepen (2e herz. druk). Amsterdam: Boom.
|